N.a.v. onderstaand artikel uit boek 7 van het nieuw verzekeringsrecht heb ik een 2-tal vragen.
Vraag 1:
Verzekerde heeft een doorlopende reisverzekering met premie-en contractvervaldatum 1-11-2006. Per 1-11-2006 krijgt hij de nota voor het volgend jaar. Over de periode 1-11-2005 tot 1-11-2006 is hij niet op vakantie geweest vanwege een drukke werkzaamheden. Komend jaar gaat hij ook niet,
Hij wil daarom de verzekering alsnog beeindigen en doet een beroep op artikel art 7:937 sub 2. Kan dat en speelt de opzegtermijn van 1 maand voor de vervaldatum nog een rol?
Vraag 2:
Verzekerde heeft een kortlopende reisverzekering afgesloten maar hij besluit vooraf toch om niet te gaan. Kan hij de verzekering dan alsnog beeindigen met recht op premierestitutie? Speelt art. 7: 938 nog een rol?
===================================================
Artikel 7: 938 Premierestitutie
1. Behoudens het geval van opzet van de verzekeringnemer of de
derde, bedoeld in artikel 928 lid 2 of lid 3 om de verzekeraar te misleiden is
geen premie verschuldigd indien in het geheel geen risico is gelopen.
Indien over een vol verzekeringsjaar geen risico is gelopen, is over dat
jaar geen premie verschuldigd. De verzekeraar heeft recht op een billijke
vergoeding van de te zijnen laste gekomen kosten.
2. Gedurende één maand na afloop van een vol verzekeringsjaar waarin
geen risico is gelopen, mag elke partij de overeenkomst met ingang van
het nieuwe verzekeringsjaar opzeggen. Deze opzegging heeft geen
rechtskracht, indien risico is gelopen tussen de aanvang van het nieuwe
verzekeringsjaar en de opzegging.
3. Is slechts risico gelopen over een kleiner aantal zaken of een kleinere
hoeveelheid dan was verzekerd, dan zijn de leden 1 en 2 van toepassing
voor zover geen risico is gelopen.