Aangezien letsel vaker veroorzaakt wordt door omstandigheden waarvoor niemand aansprakelijk te stellen is, ware het verstandig indien een ieder zich zelf goed verzekerde. Zo dit het geval zou zijn, kon het hele stelsel van aanspakelijkheid voor letselschade afgeschaft worden.
Dat is de stelling die ik hierbij ter discussie stel.
Onderbouwing:
1) iemand wiens kerstboom thuis in de brand vliegt
2) iemand die niet zo'n handige doe het zelver is
3) iemand die het slachtoffer is van “ zinloos geweld ”
4) iemand die bij een beroving van een winkel/supermarkt wordt getroffen
5) iemand die het slachtoffer is van een verkrachting
6) iemand die misbruikt wordt voor pedofilie
7) iemand die op een onbedacht moment drugs krijgt toegediend teneinde daaraan verslaafd te raken
8) iemand die ontvoerd wordt teneinde losgeld te verkrijgen
9) iemand die in Enschede woonde en de ontploffing van de vuurwerkfabriek van nabij moest ondergaan
10) iemand die op 31 december 2001naar cafe 't Hemeltje ging en met een staafje sterretjes boven zijn hoofd zwaaide naast de kerstversiering
11) iemand die door een onbekende fietser wordt aangereden en met zijn hoofd valt op de stoeprand
12) iemand die met zijn eigen auto een ongeluk veroorzaakt
13) iemand die per ongeluk voorverpakt voedsel open maakt dat een paar jaar over tijd is en vervolgens nuttigt
14) iemand die naar het ziekenhuis gaat zodat zijn been kan worden afgezet nadat onderzoek heeft uitgewezen dat het vol met kanker zit
Het zijn maar voorbeelden van mensen die het slachtoffer zijn van allerhande omstandigheden waarvoor zij niemand aansprakelijk kunnen stellen.
Voor al deze zaken kan men zich verzekeren van een uitkering.
Het komt mij als onzinnig voor dat zowel juristen als de politiek (lees de wetgever) als maar door gaat met het zoeken naar mogelijkheden om letselschade te verhalen op anderen die daar mogelijk verantwoordelijkheid dragen.
En dan te bedenken dat ook zij zich gewoon kunnen verzekeren tegen lichamelijk letsel.
Het is een bedroevende zaak dat hier tegen niemand in het geweer komt.
H.B. van Ommen